Deze keer heeft Gerrit gekozen voor een column over Malawi van Sylvia Witteman (Volkskrant 5 juni 2014) die wij, met haar toestemming, in deze nieuwsbrief mochten overnemen:
Malawi
SYLVIA WITTEMAN
‘Hoe kan een Afrikaans liefdadigheidsproject met de zuiverste bedoelingen een vreedzaam Amsterdams gezin opzwepen tot een nachtelijke krijspartij? Dat gaat zo: de school van mijn zoontjes steunt een weeshuis in Malawi. Dat is fijn voor de weesjes en onze eigen, bevoorrechte kindertjes leren zo dat ze ook eens iets voor een ánder moeten doen. Broodjes verkopen, in dit geval. Broodjes voor Malawi. Ik had de mailtjes van de schoolleiding wel gezien, hoor. 'Volgende week gaan we broodjes smeren voor Malawi.' 'Overmorgen is het zo ver! Broodjes voor Malawi!' Goed zo, had ik gedacht, waarna ik overging tot de orde van de dag: het beantwoorden van ándere mailtjes. Offertes van parketschuurders. Ongeruste opdrachtgevers en verlopen deadlines. Iemand die een interview wou over hedendaagse literatuur/ het glazenplafond/het naderende mosselseizoen. De belastingmevrouw met een akelig nieuwtje... nou ja, u kent het wel. Gisteravond, het was al láng bedtijd, zei mijn jongste zoontje 'Mama, morgen gaan we broodjes smeren voor Malawi. We moeten beleg mee. Je hebt toch wel beleg gehaald?' Nee. Er was nog een kontje grillworst, en dat was dat. 'Godverdomme, wat nu?' riepen mijn kinderen. 'Gaan ze broodjes naar Malawi sturen?', vroeg huisgenoot P. onthutst. Nee, de kinderen moesten broodjes smeren en verkopen op het schoolplein, en de ópbrengst ging naar Malawi. 'Nou, ik geef jullie gewoon een tientje mee, dan kan dat diréct naar Malawi', suste ik. 'Dat mag niet!', jammerde mijn zoontje. En P. viel hem bij: Geld geven is patserig! Geld geven is niet leerzaam voor die kleintjes! Waaróm had ik eigenlijk geen beleg gehaald voor Malawi? 'Weet je wat ik allemaal aan mijn hoofd heb? Had jíj dan beleg gehaald!' ' Nou, ik weet niet of je het beseft, maar ik probeer dus een bedrijf gaande te houden...' ' O ja? Ik weet niet of je het door hebt, maar ik probeer dus, naast een drukke baan én een gezin...' Mijn jongste zoontje, altijd tuk op een relletje, wierp er tussendoor: 'Nou, mama, je zit wél vaak uren op Twitter...' 'Waar bemoei je je mee, klein kreng?' 'Nou, die jongen heeft toch zeker gelijk?' 'Nee, jíj dan, met je ontzéttend belangrijke...' 'Ach, sodemieter toch op...' Veel later, het liep tegen middernacht en ons gezin was inmiddels duurzaam ontwricht, vond ik in de kast nog een pot pindakaas. 'Hier, pindakaas voor Malawi', gromde ik. 'Nee, maar iederéén brengt al pindakaas mee', dreinde mijn zoontje. 'De juf zei, neem nou 's wat ánders mee... mozzarella of zo...' Afgepeigerd en woedend gingen we uiteindelijk naar bed. Ik háát Malawi. En ik weet niet eens waar het ligt.’
|
 |